Lokale heffingen

Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen.

Belangrijkste ontwikkelingen en conclusies 2016

Het uitgangspunt  voor de overige belastingen en rechten was een daling in 2016 met 0,4% ten opzichte van 2015. Uitzondering hierop zijn de tarieven voor parkeren, afvalstoffenheffing, rioolheffing en bouwleges. Het aanpassen van de tarieven is bepaald als gemiddelde van de prijs- en loonaanpassing. De gemiddelde daling (prijs en loon) betreft dan: - 0,90% (prijsdaling) + 0,1% (loonstijging) = - 0,8% / 2 = - 0,4%.

Beleidsuitgangspunten

De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:

  • belastingen
  • rechten.

Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.

Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen.
Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.

Alles uitklappen
Belastingen

Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De trendmatige stijging van de onroerende en roerende zaakbelastingen bedraagt op basis van eerdere besluiten in 2016 3%. Uitgangspunt is dat de gemiddelde waarde schommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven (exclusief groei van het bestand).


Rechten

Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct. De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag de meeropbrengst van de ene heffing echter worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn. Dit is niet toegestaan als het gaat om de afvalstoffenheffing of de rioolheffing.

Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.
Ook voor de begraafplaatsen geldt dat de inkomsten de kosten niet geheel dekken. Voor overige leges geldt dat deze niet kostendekkendheid zijn. Weliswaar zijn er onderlinge verschillen in kostendekkendheid tussen de verschillende producten uit de legesverordening, maar bezien over de hele legesverordening is sprake van minder opbrengsten dan kosten.


Kwijtschelding

Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk.
Kwijtschelding is o.a. mogelijk voor hondenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing.
In 2016 is er voor €1.482.998 aan belastinggelden kwijtgescholden. Het gaat hierbij met name om afvalstoffen- en rioolheffing.
De kwijtschelding van zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing stijgt in 2016 ten opzicht van de geraamde kwijtschelding (€15.251).
Dit is veroorzaakt door een minimale toename van het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken.
Per saldo een verschil ten opzichte van de begroting van 1%.

(bedragen x €1)

Belasting/heffing

Kwijtschelding 2015

Kwijtschelding 2016

Verschil

Verschil in %

Belastingen OZB

14.077

14.888

811

5,76%

Hondenbelasting

13.229

11.793

-1.436

-10,85%

Afvalstoffenheffing

815.140

828.871

13.731

1,68%

Rioolrecht

625.926

627.446

1.520

0,24%

Totaal

1.468.372

1.482.998

14.626

1,00%


Woonlasten

De tariefaanpassingen 2016 leiden voor wat betreft de belangrijkste tarieven tot het volgende beeld (uitgegaan is van een WOZ-waarde van €183.000. (Bron Waarderingskamer).

(bedragen x €1)

Belasting/heffing

Tarief/bedrag 2016

Afvalstoffenheffing[1]

210,19

Rioolheffing huishoudens

171,36

Woonlasten gebruiker (sub-totaal)

381,55

OZB/RZB eigenaar

278,89

Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal)

660,44

[1]De afvalstoffenheffing is gebaseerd op het modeltarief voor de gemiddelde aanslag (6,4 aanbiedingen in 2016 en een 140 liter container voor de rest-fractie).


Specificatie belastingen

Alles uitklappen
Overzicht geraamde en werkelijke opbrengsten

(bedragen x €1)

Belasting

Tarief

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil in %

Onroerende zaakbelasting

Woningen:

23.799.286

23.817.261

0,08%

Eigenaren 0,1570%

Niet woningen:

Gebruikers: 0,3116%

Eigenaren: 0,3853%

Roerende zaakbelasting

Tarieven conform onroerende zaakbelasting

4.500

9.163

103,62%

Hondenbelasting

€45,60 per hond

290.000

291.347

0,46%

Parkeerbelastingen inclusief naheffingen en Mulder-feiten

Diverse tarieven

3.880.745

3.932.239

1,33%

Precario inclusief marktgelden

Diverse tarieven

447.016

486.916

8,93%

Toeristenbelasting

Diverse tarieven

110.000

137.702

25,18%


Onroerende- en roerende zaakbelasting

De OZB- en RZB-tarieven in 2016 hebben de volgende percentages van de WOZ waarde

Woningen

Niet-woningen

Gebruikerstarief

€ 0,00

0,3034%

Eigenarentarief

0,1524%

0,3756%

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

OZB-opbrengst

23.799.286

23.817.261

17.975

0,08%

(bedragen x €1)

Belasting

Begroot

Werkelijk 2016

Resultaat

OZB eigendom

12.403.479

12.405.935

2.456

OZB eigendom cnw

6.690.171

6.780.669

90.498

OZB eigenaar cnw

4.705.636

4.733.932

28.296

Totaal

23.799.286

23.920.536

121.250

(bedragen x €1)

Belasting

Begroot

Incl.correctie oude jaren

Resultaat

OZB eigendom

12.403.479

12.407.765

4.286

OZB eigendom cnw

6.690.171

6.703.788

13.617

OZB eigenaar cnw

4.705.636

4.705.708

72

Totaal

23.799.286

23.817.261

17.975


Roerende zaakbelasting

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

RZB-opbrengst

4.500

9.163

4.663

103,62%

De roerende zaakbelasting wordt vooral geheven op woonboten. Het tarief is gelijk aan het tarief van de OZB. De opbrengst is gestegen door de toename van boten in de jachthaven van Deventer. De waardering van de roerende zaken verloopt via de landelijke taxatiewijzer. Zo is de waardering uniform.


Hondenbelasting

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Hondenbelasting

290.000

291.347

1.347

0,46%

De geraamde opbrengst 2016 bedraagt €290.000.
De hondenbelasting maakt onderdeel uit van de kwijtscheldingsregeling, op basis van ervaringen schelden we hiervan jaarlijks circa €10.000 kwijt.
Er is sprake van een bestand van ruim 6.000 honden. De gemeente controleert jaarlijks steekproefsgewijs het hondenbezit. Deze controle tezamen met de publicaties van de voorgenomen controles zorgt ieder jaar weer een kleine uitbreiding van het aantal geregistreerde honden.


Parkeerbelasting

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Parkeerbelasting

3.880.745

3.932.239

51.494

1,33%

De heffing van parkeerbelastingen bestaat uit twee onderdelen: de parkeeropbrengsten (vergunningen en betaald parkeren) en de parkeerovertredingen (foutparkeerders). Conform het Meerjarenperspectief Parkeren (vastgesteld september 2014) indexeren wij vanaf 2015 de parkeertarieven met het gemiddelde percentage voor lonen en prijzen. In 2016 was het verschil ten opzichte van de begroting 1,33% (€51.494 als absoluut bedrag).


Precario

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Precario inclusief martktgelden

447.016

486.916

39.900

8,93%

waarvan marktgelden

287.016

265.413

-21.603

-7,53%

Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden.


Toeristenbelasting

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Toeristenbelasting

110.000

137.702

27.702

25,18%

In de voorjaarsnota 2011 heeft de raad besloten de toeristenbelasting opnieuw te introduceren. De heffing maakt fondsvorming (binnenstad, cultuur, kunstregeling, evenementenbeleid) mogelijk.


Specificatie rechten

De opbouw van de legesverordening is als volgt:

  • Titel 1, Algemene dienstverlening
  • Titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo);
  • Titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.

Bij het opstellen van de legesverordening voor 2016 is de kostendekkendheid van de verschillende titels bepaald:

  • Titel 1 van de legesverordening: 95%
  • Titel 2 van de legesverordening: 88%
  • Titel 3 van de legesverordening: 32%
Alles uitklappen
Leges

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Leges omgevingsvergunning bouw

1.863.000

1.764.000

-99.000

-5,31%

In de primitieve begroting is voor 2016 €2,6 miljoen inkomsten uit bouwleges geraamd.
Bij de najaarsrapportage is dit naar beneden bijgesteld tot €1,8 miljoen. Dit leek op basis van bouwaanvragen in de eerste helft van 2016 gehaald te worden, maar uiteindelijk is deze bijgestelde begroting niet gerealiseerd. De leges vallen €100.000 lager uit dan in de bijgestelde begroting was voorzien. Oorzaak van de lagere inkomsten is het uitblijven en vertragen van enkele grotere bouwprojecten en het achterblijven van grotere woningbouwstromen.

(bedragen x €1)

Belasting

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Overige leges

2.793.951

3.043.694

249.743

8,94%

Er is in 2016 een hogere opbrengst uit overige leges. Er zijn meer reisdocumenten, rijbewijzen uitgegeven dan waar aanvankelijk vanuit was gegaan.
Lagere inkomsten uit ontvangen kermisgelden.


Afvalstoffenheffing

(bedragen x €1)

Heffing

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Afvalstoffenheffing

9.879.771

10.178.588

298.817

3,02%

(bedragen x €1)

Afvalstoffenheffing

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Basisbedrag

6.994.771

7.002.861

8.090

0,12%

Rest-fractie

2.670.000

2.974.019

304.019

11,39%

Toeslag

215.000

201.708

-13.292

-6,18%

Totaal inclusief afronding

9.879.771

10.178.588

298.817

3,02%

Volume container

Rest-fractie

2016

2015

2014

240 liter

13,47

10,05

10,05

140 liter

7,85

5,86

5,86

50 liter

2,82

2,11

2,11

Uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is 100% dekking van de kosten. Meer of minder opbrengsten worden via de egalisatiereserve afval verrekend met de burger. Het afval wordt in de toenemende mate gezien als waardevolle grondstof. Het gescheiden inzamelen van de verschillende afvalstromen voor hergebruik is vanuit duurzaamheid een noodzaak. Diftar werpt nog steeds zijn vruchten af. We zien dat steeds meer inwoners heel bewust omgaan met hun afval.

Het basisbedrag is voor 2016 vastgesteld op €159,95 per perceel. Rekening houdend met het werkelijk aantal aanbiedingen is in 2016 €9.993.632 ontvangen aan afvalstoffenheffing. Dit is slechts 1,15% lager dan bij de najaarsrapportage 2016 voorzien en komt voornamelijk uit het variabele deel.
Vast recht wordt betaald door elk huishouden in de gemeente. Ten aanzien van de ledigingen zien we een licht neergaande trend voor de rest-fractie (maar wel een verhoging ten opzichte van de prognoses uit het laatste kwartaal 2016).

De landelijke VANG-doelstelling van 100 kilo restafval en 75% bronscheiding in 2018 zijn door Deventer al in 2016 gehaald.


Rioolheffing

(bedragen x €1)

Recht

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Rioolheffing

7.880.377

7.901.598

21.221

0,27%

Rioolaansluitingen

199.000

26.235

-172.765

-86,82%

De inkomsten uit de rioolheffing zijn hoger dan het begrote bedrag. Als gevolg van economische crisis werden er minder nieuwe rioolaansluitingen aangelegd.


Havengelden

(bedragen x €1)

Recht

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Haven- en opslaggelden

215.200

209.115

-6.085

-2,83%

De opbrengsten van de sluispassages waren in 2016 iets lager dan begroot. De totale opbrengsten dekken de totale uitgaven niet onder andere vanwege de grote investeringen in de haveninfrastructuur en de daaruit voortvloeiende hoge kapitaallasten. Deze uitgaven zijn verantwoord onder product 38, Civieltechnische kunstwerken. Opgemerkt wordt dat in de opbrengsten zijn opgenomen de liggelden voor woonboten.


Begraafplaatsen

(bedragen x €1)

Rechten

Geraamde opbrengst

Werkelijke opbrengst

Verschil

Verschil in %

Begraafrechten

131.477

87.564

-43.913

-33,40%

De inkomsten liggen fors lager dan de raming. Er is sprake van een structurele tendens van meer cremeren en minder begraven.
Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de totale lasten van het product significant lager zijn dan vergelijkbare steden.