Onderhoud kapitaalgoederen

Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?

In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geven we een dwarsdoorsnede van de meerjarige uitgaven voor het uitvoeren van onderhoud die zijn opgenomen in de verschillende programma’s en producten van dit jaarverslag. Deze uitgaven worden vanuit een vooraf vastgesteld beleid uitgevoerd. We hebben de uitgangspunten in deze paragraaf opgenomen.

Belangrijkste ontwikkelingen en conclusies 2016

Openbare ruimte

Onderhoudskosten openbare ruimte zijn ten opzichte van 2015 nagenoeg gelijk. Het kwaliteitsniveau waarop de openbare ruimte wordt onderhouden, is door de bezuinigingen teruggebracht tot het minimum niveau over de hele breedte van de openbare ruimte, ook wel ‘basiskwaliteitsniveau’ genoemd. In 2016 is dit basiskwaliteitsniveau voor de diverse onderdelen van de openbare ruimte vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving.  De output onderhoud inzake de openbare ruimte is in 2016 grotendeels volgens de verwachting gerealiseerd. Dit ‘basiskwaliteitsniveau’ is in 2016 ook behaald. Uitzondering hierop vormt het niveau van onkruidbestrijding. Het gevolg van het huidige niveau van onkruidbestrijding is dat de wortelpakketten onder en tussen elementenverhardingen leiden tot kapitaalvernietiging.

Gebouwen

Het verschil in begroot en gerealiseerd groot onderhoud van de panden komt doordat wij in 2016 het groot onderhoud voor ons kernbezit nog niet volledig conform het MJOP hebben uitgevoerd. In 2017 gaan wij de onderhoudscontracten met zowel aannemers als de managing partner aanbesteden, waarmee het groot onderhoud geborgd wordt. In 2016 is het onderhoud uitgevoerd op basis van de conditiescore NEN 2767. Voor vastgoed binnen grondexploitaties geldt een conditiescore van 4. Voor monumenten een conditiescore van 2. Voor al andere panden wordt de conditiescore 3 gehanteerd.

Overige kapitaalgoederen

De onderhoudskosten voor de overige kapitaalgoederen zijn (als gevolg van bezuinigingen) in 2015 licht gedaald. Na regionalisering zullen de kosten voor onderhoud van het materieel van de brandweer niet meer van toepassing zijn.
Het uitgevoerde onderhoud is uitgevoerd op een onderhoudskwaliteitsniveau ‘basis kwaliteitsniveau’. Het onderhoud heeft gezorgd voor een veilig en grotendeels storingsvrij gebruik van het materieel, de apparatuur en de hulpmiddelen.

Algemeen

De gemeente Deventer heeft in 2016 vanuit haar verschillende programma’s diverse prestaties en ambities gerealiseerd waarbij kapitaalgoederen zijn ingezet. Straten, wegen, bruggen en pleinen zijn onontbeerlijk voor de economische ontwikkeling van Deventer en straatverlichting en de inrichting en onderhoud van het openbaar groen leveren een belangrijke bijdrage aan de (veiligheids)beleving. Allemaal voorbeelden van kapitaalgoederen die van groot belang zijn bij het realiseren van de prestaties en ambities.
Vanuit de zorg voor een structureel goed, veilig, efficiënt, duurzaam en milieubewust leef-, werk-, woon- en verblijfmilieu voor de burger investeren we jaarlijks veel geld in het onderhoud van kapitaalgoederen. Met beheer en onderhoud zorgen we ervoor dat de verschillenden kapitaalgoederen hun geplande levensduur halen en er geen kapitaalsvernietiging plaatsvindt.
In de begroting 2016 is het operationele en financiële beleidskader weergegeven voor het onderhoud en beheer van de kapitaalgoederen. Deze paragraaf geeft inzicht in de realisatie van het beleid en de daaruit voortgevloeide financiële consequenties over het jaar 2016.

Openbare ruimte

Alles uitklappen
Beleidsrealisatie

De kwaliteit van de openbare ruimte heeft in Deventer veel aandacht van de burgers en het bestuur, omdat dit belangrijk is voor de leefbaarheid en de (veiligheids)beleving van de gebruikers . Het reguliere klein onderhoud vindt, conform de Visie Leefomgeving, plaats op basis van een basiskwaliteitsniveau (‘minimum niveau’).

Deventer baseert de basiskwaliteit op 4 criteria:

  1. Minimale technische of wettelijke eisen:
    De belangrijkste wettelijke verplichting van gemeenten is de zorgplicht. We moeten zorgen dat de openbare ruimte veilig en bruikbaar is. De aansprakelijkheid hiervoor ligt vast in het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174). De algemene zorgplicht is soms uitgewerkt in specifieke wetten of jurisprudentie (bijvoorbeeld rondom verkeersveiligheid en richtlijnen van het landelijk kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, het CROW). Daarnaast gelden wettelijke eisen voor enkele specifieke onderdelen van de openbare ruimte.
  2. Kapitaalvernietigingsniveau:
    Daalt het onderhoud onder dit niveau, dan wordt de levensduur korter dan kostentechnisch wenselijk is.
  3. Leefbaarheid:
    Dit niveau wordt niet bepaald door wettelijke eisen en/of kapitaalvernietiging, maar door wat nog maatschappelijk zinvol is.
  4. Functionaliteit:
    Voorkomen moet worden dat het onderhoudsniveau zo laag wordt dat de openbare ruimte niet meer functioneert zoals die bedoeld is.

Met uitzondering van het onderdeel onkruidbestrijding, zijn de beschikbare middelen net voldoende om de openbare ruimte te onderhouden op dit basisniveau. Het basiskwaliteitsniveau dat de gemeente minimaal wil bereiken is in 2016 vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving.

Op het gebied van reiniging waren er in 2016 in negatieve uitschieters. Het betrof met name de onkruidbestrijding. Aanvullend hierop blijkt dat het huidige niveau van onkruidbestrijding leidt tot wortelpakketten onder en tussen elementenverhardingen, die zonder chemische middelen lastig zijn te bestrijden. De functie (beloopbaarheid) van de elementenverhardingen komt in het geding. Wat dit betreft is sprake van kapitaalvernietiging en functieverlies van een gedeelte van het areaal. Daarom zijn vanaf 2017 aanvullende middelen beschikbaar gesteld.

Deventer monitort de beleving van de inwoners van de leefomgeving. De laatste monitor stamt uit 2015. Uit de Monitor Openbare Ruimte (MOR) blijkt dat de output in 2015 is gehaald. De leefbaarheid, de objectieve en subjectieve veiligheid en de kwaliteit (aanzien en aantrekkelijkheid) van de openbare leef-, werk-, woon- en verblijfsomgeving zijn grotendeels gelijk gebleven. Met uitzondering van de thema’s onkruid, afvalbakken en zwerfvuil. Het oordeel van de inwoners over deze aspecten is (fors) negatiever geworden. De bestrating (stoepen) en de overlast van hondenpoep blijven een aandachtspunt.

De programmering van het groot onderhoud en de vervangingsopgave vindt plaats aan de hand van het meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP). In 2016 is het geplande onderhoud van het MJOP-MIND 2015-2018 uitgevoerd en is het MJOP 2017-2020 in concept door het college vastgesteld. In het nieuwe MJOP hebben we meer gebruik gemaakt van Geo-data, waarmee we nog makkelijker integraal kunnen werken.

Op basis van een nadere financiële analyse, vastgelegd in het uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving, zijn er drie beheergroepen waarvoor de vervangingsopgave in de toekomst een aandachtspunt is. De werkelijke vervangingsopgave is kleiner dan de theoretisch berekende opgave. Daarom hanteren we per beheergroep de volgende strategie:

  • Vervanging asfaltwegen: financiële ruimte wordt verkregen door de verwachte afname van de benodigde extra onderhoudsmiddelen, als gevolg van de (afnemende) groei van de gemeente op langere termijn (na 2020), versus het structurele bedrag van € 200.000 dat hiervoor elk jaar begroot staat. Jaarlijks zal op basis van de voorjaarsnota worden voorgesteld om dit verschil niet te laten terugvloeien naar de algemene middelen, maar te oormerken als vervangingsbudget.
  • Vervanging structuur groen: de basisstrategie is om bij groen de levensduur te verlengen door ook bij functieverlies te blijven inzetten op klein en regulier onderhoud. Bij dreigend onveilige situaties stellen we de raad voor om exploitatiebudget te activeren. Om het effect op het regulier onderhoud te beperken, kiezen we bij vervanging zonder aanvullende dekking voor een laagwaardiger kapitaalgoed.
  • Vervanging civieltechnische kunstwerken: in theorie kent deze beheergroep de grootste vervangingsopgave. Echter; de theoretische restlevensduren zijn nog enkele tientallen jaren, zodat dit probleem pas over lange tijd speelt. Daarom worden deze risico’s vooralsnog geaccepteerd. Het is namelijk onzeker welk bedrag echt nodig is: technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen zullen het werkelijke financieringsvraagstuk voor deze onderdelen bepalen.

Uit de verschillende staten van onderhoud komt per deelgebied in de openbare ruimte het volgende beeld van gerealiseerd beleid naar voren:

Straten, wegen en pleinen

Er is groot onderhoud uitgevoerd aan een 10-tal asfaltwegen in het buitengebied en aan de Ganzeboomsweg en de Vosmanskamp in Schalkhaar. De gebieds- en buurtgerichte aanpak richtte zich het afgelopen jaar op de aanpalende gebieden van de herstructureringswijken Keizerslanden en Rivierenwijk en in Groot Douwel. Na afronding van de invulling van het voormalig voetbalveld van IJsselstreek is in 2016 de Gooszenstraat opnieuw ingericht. Voor de herinrichting van het Muggeplein is in intensieve samenwerking met de bewoners een plan gemaakt. Dit plan wordt in 2017, samen met het aanpalende deel van de Molenstraat, gerealiseerd.

Openbare verlichting

In 2016 is het onderhoud van de openbare verlichting uitgevoerd volgens de overeenkomst met de aannemer. Deze overeenkomst is erop gericht dat altijd minimaal 98% van de verlichting brandt. In het afgelopen jaar is het groot vervangingsonderhoud aan de verlichting volgens de tweede jaarschijf van het MJOP 2015-2018 uitgevoerd. Bij vrijwel alle vervangingen stappen we over naar energiezuinige led-verlichting.

Civieltechnische kunstwerken en havengebonden constructies

In 2016 is regulier onderhoud uitgevoerd aan de kleine civiele bruggen en kunstwerken. Hierbij is het uitgangspunt: voldoen aan de minimale ondergrens (veiligheid en bouwbesluit).

Groen, natuur en recreatie

Het klein onderhoud is volgens het afgesproken CROW-kwaliteitsniveau uitgevoerd door HGB, conform de daartoe geldende Dienstverleningsovereenkomst en het bijbehorend bestek. Het reguliere onderhoud aan onze (Rijksmonumentale) stadsparken is hiervan onderdeel.
Het grootste deel van het groot onderhoudsbudget is besteed aan het aanpalende herstructureringsgebied  Rivierenwijk, alsmede aan de buurtgerichte aanpak Groot-Douwel en Tuindorp. De straatbomen van de Daniel Heinsiusstraat en de Swaefkenstraat zijn vervangen. De laanboomvervanging van de Frieswijkerweg is afgerond. Daarnaast zijn de voorbereidingen voor het vervangen van de laanbomen in de Hobbemastraat afgerond. De daadwerkelijke herplanting volgt in 2017. Een deel van het afgeschreven groenareaal is vervangen.

Openbare speelgelegenheden

De speelplekken zijn in 2016 onderhouden conform het Attractiebesluit. Stichting Tevreden heeft, conform de afspraken uit 2015, in 2016 12,5% van het gemeentelijke speelareaal overgenomen. In 2016 is een deel van het gemeentelijk, technisch afgeschreven speelareaal (speeltoestellen) vervangen door speelaanleidingen die goedkoper in beheer zijn.

Begraafplaatsen

Het reguliere onderhoud aan de gemeentelijke begraafplaatsen is in 2016 volgens het basiskwaliteitsniveau uitgevoerd door Het Groenbedrijf en de Stichting Oude begraafplaatsen Deventer (SOBD). Er is geen groot regulier onderhoudsbudget voor de gemeentelijke begraafplaatsen. Vanaf 2015 is er sprake van een inhaalslag op de gesloten begraafplaats aan de Diepenveenseweg (Rijksmonument), met subsidie van het Rijk. Deze werkzaamheden worden, mede gelet op de subsidievoorwaarden, uitgesmeerd over 4 jaar.

Riolering en water

In 2016 is groot onderhoud, waaronder vervanging, aan riolering en waterbeheervoorzieningen uitgevoerd conform het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2015-2020. Er zijn diverse riolen voorzien van een inwendige kous (relining) waaronder delen van de Karel de Grotelaan, de Lebuinuslaan, de Borgelerdijk, de Prinses Marijkestraat, de Hanzeweg, de Rembrandtkade, de Zwolseweg, de Borgelerstraat en de Stalpaert van der Wielenstraat. Voor gemaal Groot Colmschate (het belangrijkste gemaal van het rioolstelsel van Deventer) is de bereikbaarheid verbeterd. Niet zoals oorspronkelijk voorzien door de brug over het Overijssels Kanaal te verzwaren maar door de fietspadenstructuur op te waarderen.
De beschoeiing nabij de Frans van Mierisstraat is vervangen. Voor het verbeteren van de afwatering van de tunnels Brinkgreverweg en Stationsstraat zijn de voorbereidende werkzaamheden afgerond. De uitvoering van beide tunnels wordt in 2017 opgepakt. De uitvoering van tunnel Brinkgreverweg wordt gecombineerd met de Groene Wal.

Buitensportaccommodaties

Het groot onderhoud aan buitensportaccommodaties heeft conform de programmering plaatsgevonden.


Financiële verantwoording

Onderhoudslasten openbare ruimte per categorie

Programma

Product

Begroting na wijziging (bedragen x€1.000)

Realisatie
(bedragen x €1.000)

Basiskwali
teitsniveau gerealiseerd

Straten, wegen en pleinen

Leefomgeving

20

8.029

7.967

100%

Straatreiniging

Leefomgeving

21

2.392

2.562

50%

Openbare verlichting

Leefomgeving

22

1.023

898

100%

Haven en waterwegen

Leefomgeving

25

287

287

100%

Groen, natuur en recreatie

Leefomgeving

28

6.470

6.206

100%

Riolering en water

Leefomgeving

32

6.714

6.765

100%

Begraafplaatsen

Leefomgeving

33

257

252

100%

Verkeerstechniek

Leefomgeving

34

1.135

1.197

100%

Civieltechnische kunstwerken

Leefomgeving

38

1.518

1.402

100%

Sportaccommodaties (velden)

Leefomgeving

241

926

849

100%

Overige (o.a. speelgelegenheden)

Leefomgeving

30 e.a.

757

925

100%

Totaal

29.508

29.310

De gerealiseerde kosten voor (regulier) onderhoud in de openbare ruimte vertonen in 2016 zowel totaal als per onderdeel geen grote afwijkingen (<10%) ten opzichte van de begroting. De afwijkingen zichtbaar in de voorgaande tabel worden met name veroorzaakt door de verrekening met investeringsprojecten.


Gebouwen

Alles uitklappen
Beleidsrealisatie

In de kadernota Vastgoed is vastgesteld (Raad 2015) dat wij het in eigendom hebben en beheren van vastgoed geen kerntaak vinden (we hebben geen vastgoed, tenzij). Vastgoed is altijd ondersteunend aan het betreffende beleidsprogramma. In 2015 hebben wij een Beheerplan Groot Onderhoud Vastgoed 2016 – 2019 opgesteld. De 64 panden die wij als kernbezit aanmerken, onderhouden wij conform dit beheerplan. Aan dit beheerplan ligt een meerjaren onderhoudsplanning (MJOP) ten grondslag. Voor de demarcatie tussen huurder en verhuurder van het onderhoud werken wij op basis van de ROZ-modellen (Raad voor Onroerende Zaken). Als verhuurder zijn wij voor het merendeel  van onze  vastgoedportefeuille enkel verantwoordelijk voor het groot / planmatig onderhoud. Het overige onderhoud ligt grotendeels bij de huurder / gebruiker. Ons kernbezit onderhouden wij op conditiescore 3 op basis van de NEN2767. Een uitzondering hierop zijn de monumentale panden, die wij op niveau 2 onderhouden. Voor panden opgenomen in een gebiedsontwikkeling hanteren wij conditieniveau 4.

Gemeentelijke huisvesting

Het technisch beheer en onderhoud voor de huisvesting van medewerkers van de gemeente en de bijbehorende cultuurhistorische gebouwen die de gemeente daartoe in bezit heeft,  vallen onder verantwoordelijkheid van team FZ, waarbij de werkzaamheden worden uitgevoerd door een externe partner, te weten de BAM op basis van build en maintain contract. In 2016 is het personeel verhuisd naar het nieuwe Stadhuis en hebben wij de leeggekomen panden aan de Polstraat verkocht. Het onderhoud aan die panden hebben wij dan ook beperkt tot het minimaal noodzakelijke (veiligheidsniveau).

Welzijn en culturele huisvesting en sportaccommodaties

Aan gebouwen voor welzijn, cultuur en sportaccommodaties wordt sober en doelmatig onderhoud gepleegd. Dat is vastgelegd in de meerjaren onderhoudsplannen (MJOP). Dit betekent dat de gebouwen in acceptabele staat worden gehouden, veilig zijn en storingsvrij kunnen worden gebruikt. De uitvoering van het groot onderhoud is in 2016 deels volgens planning uitgevoerd op basis van MJOP's die zijn opgesteld op basis van de methodiek NEN 2676.

Onderwijshuisvesting

Per 1 januari 2015 is de gemeente niet langer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de schoolgebouwen. Het rijk maakt de gelden rechtstreeks over aan de schoolbesturen. Wel onderhouden wij een aantal gymzalen en peuterspeelruimtes. Met minimale inzet van middelen houden wij de functie en representativiteit van de panden in acceptabele staat. Dit betekent dat de gebouwen veilig zijn. Het onderhoud is opgenomen in de meerjaren onderhoudsplannen (MJOP).

Gebouwen voor derden

De gemeente heeft gebouwen in bezit voor andere partijen in de gemeente. Het merendeel van deze panden is verhuurd. De gemeente is als eigenaar en verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud van de panden. Eigendom van deze panden sluit niet altijd aan bij de Kadernota. Daarom worden mogelijkheden voor verkoop onderzocht en is het kwaliteitsniveau voor het onderhoud vastgesteld op minimaal instandhouding.


Financiële verantwoording

Voor de panden die wij in het beheerplan als kernbezit hebben aangemerkt, hebben wij een reserve groot onderhoud. In 2016 hebben wij per saldo €406.248 gestort in de reserve, waarmee de stand per 31-12-2016 €3.195.223 is. Vanaf 2017 gaan wij het groot onderhoud conform planning uitvoeren.

Onderhoudslasten gebouwen per categorie

Programma

Product

Begroting na wijziging (bedragen x €1.000)

Realisatie (bedragen x €1.000)

% sober

% basis

% hoog

Sporthuisvesting

Meedoen

240

10

12

100%

Welzijn en culturele huisvesting

Meedoen

201/221

-

34

100%

Welzijn en culturele huisvesting

Economie, kunst en cultuur

230/231/232/233

79

2

100%

Onderwijshuisvesting

Jeug en onderwijs

211/216

200

172

100%

Monumentale gebouwen

Economie, kunst en cultuur

5

13

-

-

-

-

Gemeentelijke huisvesting

Bedrijfsvoering

93

782

414

100%

Kostenplaats vastgoed

Bedrijfsvoering

-

410

212

100%

Totaal

1.494

846

Gemeentelijke huisvesting (FZ)

Het verschil in begroot en gerealiseerd groot onderhoud van de gemeentelijke huisvesting wordt veroorzaakt door de oplevering van de nieuwbouw Stadhuiskwartier. Het begrote bedrag is een gemiddelde van de totaal verwachte lasten in 15 jaar. De eerste jaren zijn lagere kosten te verwachten. De verwachte hogere lasten in latere jaren dienen gedekt te worden uit de voordelen in de  voorgaande jaren

Gemeentebrede vastgoedportefeuille

Het verschil in begroot en gerealiseerd groot onderhoud van de panden komt doordat wij in 2016 het groot onderhoud voor ons kernbezit nog niet volledig conform het MJOP hebben uitgevoerd. In 2017 gaan wij de onderhoudscontracten met zowel aannemers als de managing partner aanbesteden, waarmee het groot onderhoud geborgd wordt.