Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?
In de begroting van 2016 kwamen de beleidsvoornemens aan bod. Hoe is dat beleid vervolgens uitgevoerd? En met welke financiële consequenties? Daarop geeft de paragraaf Financiering antwoord. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de voornemens en uitvoering van het beleid zijn de opzet en inhoud van deze paragraaf in de begroting en het jaarverslag identiek.
Belangrijkste ontwikkelingen en conclusies 2016
Belangrijkste ontwikkelingen
- Lage rente zowel voor de lange als korte termijn;
- 3 langlopende geldleningen afgesloten, totaal €45 miljoen;
- 1 langlopende geldlening overgenomen.
Belangrijkste conclusies
- Het werkelijk renteresultaat is €42.714 hoger dan het begrote renteresultaat;
- De kasgeldlimiet is niet overschreden;
- We hebben ruimschoots voldaan aan de renterisiconorm;
- Er was een overschrijding van het EMU saldo. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven aan investeringen en lagere verkoopopbrengsten uit verkoop van grond.
Sturen, beheersen en verantwoorden
Het beheersen van financiële risico’s is een belangrijke opgave voor de gemeente. Daarom is de gemeente wettelijk verplicht een financieel statuut (treasurystatuut) te hebben. Dit is een regeling voor het sturen en beheersen van geldstromen, met alle risico’s die hieraan verbonden zijn. De gemeente controleert haar financiën nauwlettend en legt daarover verantwoording af. Ook dit is een wettelijke verplichting. Die verantwoording komt onder meer terug in de begroting en de jaarrekening.
Het treasury statuut werd in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Het treasury statuut is in 2016 geactualiseerd en wordt in 2017 voor akkoord aangeboden aan de gemeenteraad.
Belangrijke punten uit het statuut:
- Het beleid van de gemeente is erop gericht dat er altijd voldoende financiële middelen beschikbaar zijn;
- Het aangaan en het verstrekken van leningen is alleen toegestaan als het geld wordt ingezet voor de publieke taak van de gemeente. Aan de leningen liggen verstandige besluiten ten grondslag. De leningen zijn niet gericht op het genereren van winst door het nemen van overmatige risico’s;
- Uitzettingen (beleggingen) vinden alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen of financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een AA-rating. De ratings worden afgegeven door een rating agency;
- Bij het aantrekken / uitzetten van financiën wordt een offerte gevraagd bij ten minste 2 financiële instellingen.
Interne en externe ontwikkelingen
Interne ontwikkelingen
Rentebeleid
Het beleid van gemeente is gericht op het aantrekken van nieuwe leningen met een totale gemiddelde looptijd van 10 jaar. Verder willen we optimaal gebruiken van de kasgeldlimiet van €29 miljoen. Dat zijn de hoofdlijnen van het financieringsbeleid van de gemeente die in 2014 door de raad zijn vastgesteld in de rentenotitie.
Het beleid wordt de komende jaren voortgezet, rekening houdend met de financieringsbehoefte en rentevisie.
Daarnaast is vastgesteld dat de maximale omvang van de egalisatiereserve rente op 10% van de gecalculeerde rentelasten per jaar mag uitkomen. Daarbij gaat het om een bedrag van circa €1,1 miljoen. Alles wat boven de 10% uitkomt, kan worden onttrokken en ingezet als algemeen dekkingsmiddel.
Externe ontwikkelingen
Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF)
Europese eisen en afspraken voor het terugdringen van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de wet HOF. Voor de collectieve sector als geheel mag het structurele tekort maximaal 0,5% zijn van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Dit heet het EMU saldo. De overheidsschuld mag niet hoger zijn dan 60% BBP.
Omdat lagere overheden bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetsvoorstel dat ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De wet HOF is in december 2013 aangenomen.
In 2015 is er een wetswijziging vastgesteld. Het aanvankelijke sanctiemechanisme is vervangen door een correctiemechanisme. Dit laatste mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk.
Schatkistbankieren
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente tijdelijk overtollige middelen moet beleggen bij het Rijk. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. In 2016 is in de maanden april, mei, juni, juli, november en december gebruik gemaakt van schatkistbankieren.
Gemeentefinanciering
Financieringsbeleid gemeente Deventer
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. In 2016 bedroeg de omslagrente 4%. Dit percentage wordt zowel in de begroting als de jaarrekening gebruikt. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de egalisatiereserverente.
Het renteresultaat voor 2016, of het verschil tussen de doorbelaste rente aan activa en de werkelijke rentekosten, bedraagt €4,47 miljoen positief. Aanvankelijk was in de begroting rekening gehouden met een positief renteresultaat van €4,21 miljoen. In de zomerrapportage is dit bijgesteld naar €4,3 miljoen en in de najaarsrapportage naar €4,43 miljoen.
Het werkelijke renteresultaat is €42.714 hoger dan bij de bijgestelde begroting is aangegeven. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door lagere lasten voor kort geld.
Opstelling rentelasten | Begroting 2016 | Rekening 2016 | Verschil |
---|---|---|---|
Rentelasten: | |||
Rente korte financieringsmiddelen | 0,08 | 0,04 | -0,04 |
Rente langlopende geldleningen | 9,63 | 9,63 | 0,00 |
Rente eigen financieringsmiddelen | 0,81 | 0,81 | 0,00 |
Rentebijdrage exploitatie | 0,06 | 0,06 | 0,00 |
Cw wethouderspensioen | 0,13 | 0,13 | 0,00 |
Cw verliesvoorziening grondbedrijf | 0,87 | 0,87 | 0,00 |
Subtotaal | 11,58 | 11,54 | -0,04 |
Renteopbrengsten | |||
Doorberekening aan vaste activa in verband met kapitaalbeslag | 16,01 | 16,01 | 0,00 |
Subtotaal | 16,01 | 16,01 | 0,00 |
Renteresultaat | 4,43 | 4,47 | 0,04 |
Financieringsstructuur
In de begroting 2016 werd rekening gehouden met totale rentekosten van €11,6 miljoen. De rentekosten worden via twee methoden toegerekend aan de vaste activa:
- activa waaraan bij aanvang van een investering een overeengekomen rente wordt toegerekend;
- activa die samen de resterende rentelast (omslagrente) dragen.
Door het aantrekken van langlopende leningen bestaat het begrote financieringstekort niet uit €18 miljoen, maar werkelijk uit een financieringsoverschot van €2 miljoen.
Financieringsbehoefte en -bronnen per 1 januari 2016 | Begroting 2015 | Rekening 2015 | Begroting 2016 | Rekening 2016 |
---|---|---|---|---|
Investeringen in: | ||||
Vaste activa | 303 | 268 | 296 | 294 |
Onderhanden werk grondexploitatie | 85 | 108 | 107 | 86 |
Totale investeringen | 388 | 376 | 403 | 380 |
Gefinancierd met: | ||||
Reserves | 64 | 81 | 79 | 72 |
Nog te bestemmen resultaat | 5 | 2 | ||
Voorzieningen | 10 | 9 | 10 | 10 |
Langlopende financiering | 306 | 289 | 296 | 296 |
Totaal financiering | 380 | 384 | 385 | 380 |
Financieringstekort (-) overschot (+) | -8 | 8 | -18 | 0 |
Door het aantrekken van langlopende leningen bestaat het begrote financieringstekort niet uit €18 miljoen, maar werkelijk uit €0 miljoen. |
Leningen
De hoeveelheid geleend geld is in 2016 toegenomen met €10 miljoen. De langlopende vaste schuld bedroeg per 1 januari 2016 €296 miljoen en per 31 december 2016 €306 miljoen.
De gemeente sloot het afgelopen jaar 3 leningen af voor een totaal van €45 miljoen. De leningen werden afgesloten voor herfinanciering van afgeloste leningen, investeringen en het omzetten van kortlopende in langlopende schuld. De totale aflossingen in 2016 bedroegen €36 miljoen.
In 2016 is er op basis van besluitnummer 2015-002551 een geldlening overgenomen voor een bedrag van €1.256.119.
Het gemiddelde rentepercentage voor de leningen lag in 2016 op 3,25%.
Het gemiddelde is per 31 december 2016 gedaald door de opname van €46 miljoen aan geldleningen met rentepercentages tussen de -0,02% en 1,53%.
Begroting 2016 | Begroting 2016 | Rekening 2016 | Rekening 2016 | |
---|---|---|---|---|
Bedrag | Gewogen gemiddelde rente | Bedrag | Gewogen gemiddelde rente | |
Stand 01-01-2016 | 316 | 2,88% | 296 | 3,25% |
Aflossingen | 36 | 4,24% | 36 | 2,68% |
Nieuwe leningen | 19 | 1,50% | 46 | 0,89% |
Stand per 31-12-2016 | 299 | 3,17% | 306 | 3,14% |
Risicobeheer
De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het financieringsbeleid zijn:
- renterisico’s
- kredietrisico’s
De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, die beogen om de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. Beide normen worden hierna toegelicht.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient daarom om het renterisico op de korte termijn te beheersen. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de mogelijke fluctuaties op de geldmarkt. Onder de vlottende schuld vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de begrote gemeentelijke uitgaven. Voor 2016 is de kasgeldlimiet bepaald op €29 miljoen.
Iedere drie maanden wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een te verwachten overschrijding van de kasgeldlimiet dient tot consolidatie van de vlottende schuld te worden overgaan en dienen daardoor langlopende financieringsmiddelen te worden aangetrokken.
Het verloop van de kasgeldlimiet vertoond in 2016 het volgende beeld:
Verloop stand kasgeldlimiet 2016 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
---|---|---|---|---|
1. Vlottende schuld | 22.505 | 22.366 | 4.440 | 3.058 |
2. Vlottende middelen | 0 | 0 | 0 | 3.059 |
3. Saldo | 22.505 | 22.366 | 4.440 | -1 |
4. Kwartaalsaldo | 22.505 | 22.366 | 4.440 | -1 |
Kasgeldlimiet | 28.812 | 28.812 | 28.812 | 28.812 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 6.307 | 6.446 | 24.372 | 28.813 |
Rente risiconorm
De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen wordt ingekaderd door de rente risiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De begrote rente risiconorm voor 2016 bedraagt €67,8 miljoen.
De toets van de renterisico’s aan de hand van de rente risiconorm verloopt dan als volgt:
Opstelling rentelasten | Begroting 2016 | Rekening 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
---|---|---|---|---|---|
Renterisico's op vaste schuld | |||||
1a. Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
1b. Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
3. Aflossingen | 36,03 | 36,10 | 31,10 | 19,10 | 12,10 |
4. Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3) | 36,03 | 36,10 | 31,10 | 19,10 | 12,10 |
Rente risiconorm | |||||
5. Stand van de begroting per 1 januari | 339 | 339 | 316 | 308 | 306 |
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentages | 20,00% | 20,00% | 20,00% | 20,00% | 20,00% |
7. Rente risiconorm | 67,80 | 67,80 | 63,20 | 61,60 | 61,20 |
Toets rente risiconorm | |||||
8. Rente risiconorm (7) | 67,80 | 67,80 | 63,20 | 61,60 | 61,20 |
9. Renterisico op vaste schuld (4) | 36,03 | 36,10 | 31,10 | 19,10 | 12,10 |
10. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) | 31,77 | 31,70 | 32,10 | 42,50 | 49,10 |
In 2016 is ruimschoots voldaan aan de rente risiconorm.
Kredietrisicobeheer
Uitzettingen kunnen op grond van de Wet Fido en het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. Daarnaast vinden uitzettingen alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen en financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een A1-rating en/of AA-rating. In het volgende overzicht is de samenstelling van de leningportefeuille u/g weergegeven:
Uitzettingen | Rentepercentage | Bedrag per 31‑12‑2016 |
---|---|---|
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 4% | 7.389.521 |
NV Sportbedrijf Deventer | 2,12 - 4% | 15.736.458 |
NV Wonen boven winkels | geen | 381.841 |
Enexis Holding NV | 4% | - |
Vitens NV | 4% | 619.060 |
Leningen energieaanpas woningen | geen | 200.000 |
SVN Voorstad Oost | 5% | 257.856 |
Go Ahead Eagles | 4% | 3.569.439 |
Woningabonnement | 5% | 407.833 |
Lening zonnepanelen | 5% | 104.638 |
Lening vereniging van eigenaren | 5% | 800.000 |
Totaal | 29.466.646 |
EMU saldo
In 2004 hebben Rijk en medeoverheden afgesproken dat het EMU tekort van medeoverheden maximaal -0,5% BBP mag bedragen. Dit is bepaald op de Europese grens van 0,3% BBP die geldt voor de volledige Nederlandse collectieve sector. De EMU grens voor medeoverheden wordt de macroreferentiewaarde genoemd.
Nummer | Omschrijving | Rekening 2015 | Begroting 2016 | Rekening 2016 |
---|---|---|---|---|
1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan cq ontrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -12.370 | 1.760 | -2.800 |
2 | Afschrijvingen te laste van de exploitatie | 13.300 | 10.600 | 6.900 |
3 | Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie | 4.190 | 350 | 1.000 |
4 | Investeringen in (Im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | 44.040 | 3.100 | 13.700 |
5 | Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | 1.380 | 0 | -1.700 |
6 | Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)m voor zover niet op exploitatie verantwoord | 0 | 0 | -700 |
7 | Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | 8.200 | 7.380 | 7.060 |
8 | Baten bouwgrondexploitaties: Baten zover transacties niet op exploitatie verantwoord | 20.800 | 25.080 | 18.000 |
9 | Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen | 1.460 | 1.090 | 500 |
10 | Lasten i.vm. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten. | 0 | 0 | 0 |
11 | Verkoop van effecten: | |||
a | Gaat u effecten verkopen? Ja/Nee | Nee | Nee | Nee |
b | Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? | - | - | - |
Berekend EMU-saldo gemeente Deventer | -26.400 | 26.220 | -560 | |
De gemeente heeft de toegestane EMU-norm overschreden. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven aan investeringen en lagere verkoopopbrengsten uit verkoop van grond. Deze overschrijding heeft nog geen gevolgen voor de gemeente Deventer. Met ingang van 2015 is het correctiemechanisme van toepassing. Dit mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk. |